Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar ten onrechte de kostenvergoeding voor de telefonische hoorzitting met de gemachtigde van belanghebbenden heeft gematigd naar € 122.

Belanghebbenden schakelen een gemachtigde in die bezwaar maakt tegen de WOZ-waarde 2015 van een woning. In geschil is onder meer of de heffingsambtenaar voor de telefonische hoorzitting mocht volstaan met een kostenvergoeding gebaseerd op een half punt (€ 122).

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar ten onrechte de kostenvergoeding voor de telefonische hoorzitting met de gemachtigde van belanghebbenden heeft gematigd naar € 122. Dat de hoorzitting slechts twee minuten heeft geduurd en de gemachtigde slechts één zin uit het bezwaarschrift heeft herhaald, laat volgens de rechtbank onverlet dat hier sprake is van een volwaardige proceshandeling waarvoor belanghebbenden recht hebben op kostenvergoeding. Daarbij merkt de rechtbank op dat vast is komen te staan dat de hoorzitting niet anders zou zijn geweest als de gemachtigde lijfelijk bij de hoorzitting aanwezig was geweest. De wegingsfactor wordt verhoogd van een half punt naar een heel punt.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:15-2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 22 juli

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen