Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de mededeling van de eigen inspecteur bij X het in rechte te beschermen vertrouwen heeft gewekt dat zij maximaal € 13.238 aan lijfrentepremie mocht aftrekken.

Belanghebbende, X, sluit bij een bank een lijfrenteverzekering als bedoeld in art. 3.126 Wet IB 2001. In november 2009 betaalt X een bedrag van € 12.275 als lijfrentepremie. Dit nadat haar eigen inspecteur telefonisch heeft meegedeeld dat X in 2009 maximaal € 13.238 kan aftrekken. Bij de aanslagregeling neemt de inspecteur het standpunt in dat X € 2.225 kan aftrekken in verband met jaarruimte en € 2.225 in verband met reserveringsruimte. In geschil is of de inspecteur terecht een bedrag van € 7.825 heeft gecorrigeerd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de mededeling van de eigen inspecteur bij X het in rechte te beschermen vertrouwen heeft gewekt dat zij maximaal € 13.238 aan lijfrentepremie mocht aftrekken. De rechtbank is van oordeel dat de telefoongesprekken van X met de inspecteur niet kunnen worden aangemerkt als het verstrekken van algemene informatie. De inspecteur heeft de bedoelde mededeling immers pas gedaan nadat hij belanghebbendes situatie had bekeken. X mocht er dan op vertrouwen dat die inspecteur haar geval op de van belang zijnde punten had beoordeeld. De omstandigheid dat X via de Belastingtelefoon met deze inspecteur in contact is gekomen, maakt dit niet anders. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.127

Wet inkomstenbelasting 2001 3.126

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 31 juli

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen