Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X recht heeft op voorkoming van dubbele belasting en dat Zwitserland volledig heffingsbevoegd is over X’s looninkomen.
Belanghebbende, X, heeft de Nederlandse nationaliteit en werkt op een pijplegschip voor een Zwitserse vennootschap. In zijn aangifte IB/PVV 2014 heeft X verzocht om aftrek elders belast.
In geschil is de omvang van de voorkoming van dubbele belasting. Meer specifiek is in geschil of het schip 'in internationaal verkeer wordt geëxploiteerd' als bedoeld in art.15 lid 3 van het Belastingverdrag met Zwitserland.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X voor 100% van zijn looninkomen in 2014 recht heeft op voorkoming van dubbele belasting. De activiteiten van het pijplegschip zijn aan te merken als verricht in het ‘internationaal verkeer’ als bedoeld in het belastingverdrag met Zwitserland. De rechtbank heeft aan de hand van de drie interpretatiemethoden uiteengezet hoe het begrip ‘internationaal verkeer’ uit art. 15 lid 3 van het Belastingverdrag met Zwitserland uitgelegd kan worden. Het standpunt van X is in lijn met de teleologische interpretatie van de verdragsbepalingen en hier sluit de rechtbank bij aan. De term ‘in internationaal verkeer wordt geëxploiteerd’ moet zo worden uitgelegd dat alle activiteiten van schepen en vliegtuigen waarbij een of meerdere landsgrenzen worden overschreden, daaronder vallen. Het heffingsrecht over het looninkomen van X is volledig aan Zwitserland toegewezen.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Internationaal belastingrecht
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 31 maart