De gemeente Laren geeft een perceel grond in erfpacht uit aan sportvereniging D. De canon bedraagt € 6435, en wordt jaarlijks geïndexeerd. Hierbij wordt geen btw berekend. Het verlenen van het erfpacht is aangemerkt als de vrijgestelde verhuur van onroerende zaken. In 2015 wordt de toplaag van een kunstgrasveld vervangen. In verband hiermee sluiten de gemeente en D een aanvullende realisatie- en gebruiksovereenkomst voor het gebruik van het nieuwe kunstgrasveld. Op grond hiervan is D een jaarlijkse vergoeding van € 7.141,51 verschuldigd, voor het gebruik van het kunstgrasveld met nieuwe toplaag. De gemeente is van mening dat ze recht heeft op aftrek van voorbelasting, omdat er sprake is van het gelegenheid geven tot sportbeoefening.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat er sprake is van verhuur van onroerend goed, en niet van het gelegenheid geven tot sportbeoefening. De prestaties van de gemeente houden namelijk niet meer in dan de passieve terbeschikkingstelling van het sportpark. Hierbij acht de rechtbank onder andere van belang dat de gemeente zich jegens D niet heeft verplicht om toezicht te houden, of het beheer van het sportpark op zich te nemen. Ook het verbod op onderverhuur, en het bedingen van incidenteel gebruik door de gemeente zelf, ontneemt volgens de rechtbank niet de kwalificatie van verhuur aan de prestatie van de gemeente. Het verbod van onderhuur is namelijk een gebruikelijke bepaling in huurovereenkomsten. Het gelijk is aan de inspecteur.