Hof 's-Hertogenbosch oordeelt na verwijzing dat de terbeschikkingstelling door X van kantoorruimte in de woning van directeur A geen economische activiteit is.

Belanghebbende, X, is een maatschap. Het betreft een samenwerkingsverband van A en B, die in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. X schaft grond aan waarop zij een woning laat bouwen. Na de oplevering gaan A en B in de woning wonen. A is directeur-grootaandeelhouder van C Holding bv en verricht op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaamheden voor C. Op grond van een overeenkomst met C stelt X tegen vergoeding een ruimte in de woning en de bij de woning behorende garage aan C ter beschikking om te worden gebruikt als kantoorruimte respectievelijk parkeerruimte voor de bedrijfspersonenauto. In geschil is of X recht heeft op teruggaaf van de omzet¬belasting die haar ter zake van de bouw van de woning in rekening is ge¬bracht. De Hoge Raad oordeelt dat de oordelen van het hof dat geen sprake is van een economische activiteit getuigen van een onjuiste rechtsopvatting (HR 4 oktober 2013, nr. 12/02177, V-N 2013/51.15).

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt na verwijzing dat de terbeschikkingstelling door X van kantoorruimte in de woning van directeur A geen economische activiteit is. X heeft tegenover de betwisting door de inspecteur niet het begin van bewijs geleverd dat zij in ruil voor het ter beschikking stellen van de kantoorruimte en de parkeerruimte een vergoeding van de gelieerde vennootschap heeft ontvangen. Reeds hierom is niet aannemelijk geworden dat de ruimten worden gebruikt om er (duurzaam) opbrengst uit te verkrijgen en is door X niet aannemelijk gemaakt dat de dienstverlening door X moet worden aangemerkt als een economische activiteit. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 14 oktober

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen