Een gemeente verleent aanvankelijk om niet voetbalvelden aan een voetbalvereniging. Vervolgens wordt belanghebbende opgericht en volgt nieuwbouw van het clubgebouw en gaat de gemeente de velden voor € 30.000 per jaar aan belanghebbende verhuren. Belanghebbende ontvangt een bruidsschat van de gemeente en sluit leningen af bij onder andere een bank. Belanghebbende sluit overeenkomsten met de voetbalvereniging en een sport-BSO voor het geven van gelegenheid tot sportbeoefening. De voetbalvereniging betaalt een gebruikersvergoeding van € 51.509 ex BTW aan belanghebbende en ontvangt van de gemeente een subsidie van € 30.000 plus 6% BTW.
Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden treedt belanghebbende ten opzichte van de voetbalclub op in het economisch verkeer. De overeenkomst omvat meer dan de terbeschikkingstelling van de velden. Daarvan kan niet worden gezegd dat deze iedere economische en financiële realiteit ontbeert.
Het hof trekt uit de verklaring van een bestuurslid en onder andere de jaarstukken de conclusie dat belanghebbende verantwoordelijk is voor onderhoud, beheer en schoonmaak. Voor zover toezicht nodig is, gebeurt dit op afstand. Daarmee omvat de dienst van belanghebbende meer dan de enkele verhuur en kwalificeert het hof deze als gelegenheid geven tot sportbeoefening. Verder is er geen aanleiding om de diensten aan de sport-BSO anders te kwalificeren dan die aan de voetbalvereniging.
Tot slot is er geen sprake van misbruik van recht. Om aan het eerste criterium van misbruik te voldoen, moet het belastingvoordeel dat met deze structuur wordt behaald in strijd met doel en strekking van de Btw-richtlijn zijn. Zowel het financieringsvoordeel als het tariefvoordeel dat het gevolg is van deze structuur zijn echter inherent aan het systeem en de keuzes van de Nederlandse wetgever. De prestaties zijn ook niet kunstmatig in de belaste sfeer getrokken. Er zijn meer redenen voor de oprichting van belanghebbende, zoals het afscheiden van het clubgebouw en de bruidsschat van de voetbalvereniging. Belanghebbende is verder twee leningen aangegaan met een bank. Tot slot moet rekening worden gehouden met de overeenkomst met de sport-BSO, waarvan het risico en de verantwoordelijkheid geheel bij belanghebbende liggen.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 Tab I-B
Wet op de omzetbelasting 1968 9
Wet op de omzetbelasting 1968 15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 31 december