X bv exploiteert (middellijk) een accountants- en administratiekantoor. X bv doet te laat VPB-aangifte over 2010. Na herinnering en aanmaning was de uiterste datum 18 juli 2012. Na de ambtshalve aanslag is de aangifte eind 2012 alsnog ingediend. In geschil is of terecht een verzuimboete is opgelegd van € 2460. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het onduidelijk is waarom ten aanzien van rechtspersonen als zogenaamde 'professionele groep' standaard een hogere boete op zijn plaats zou zijn. De onderneming wordt weliswaar in bv-vorm gedreven, maar X bv heeft geen personeel in dienst, dus er is in wezen geen verschil met een eenmanszaak. De boete wordt daarom verlaagd tot € 500. Hierbij wordt mede in aanmerking genomen dat X bv ook in de twee voorgaande jaren haar aangifte te laat had ingediend. De inspecteur gaat in hoger beroep. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat als strafverzwarende omstandigheid heeft te gelden dat X bv (middellijk) een belastingadvieskantoor exploiteert en dus goed bekend is met de geldende termijnen, alsmede met de consequenties bij het niet goed nakomen daarvan. Als verzachtende omstandigheid wordt in aanmerking genomen dat X bv pas voor de eerste maal haar aangifte te laat heeft ingediend. Weliswaar heeft X bv de aangiften over 2008 en 2009 pas ingediend na ontvangst van de aanmaning, maar zij heeft de in de aanmaningen vermelde termijnen wel in acht genomen. X bv beroept zich ook met succes op haar huidige beperkte financiële draagkracht (zie HR 28 maart 2014, nr. 13/00279, V-N 2014/16.7). Het beroep van de inspecteur is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 17 december