De Hoge Raad oordeelt dat de feitenrechter zelfstandig de strafmaat dient te bepalen en daarbij dus niet is gebonden aan beleidsregels van de Belastingdienst.

Aan de heer X zijn diverse navorderingsaanslagen en boetes van 50% opgelegd vanwege een banktegoed bij KB Lux. X had na vragen van de inspecteur direct opening van zaken gegeven. Hof 's-Gravenhage matigt de boetes tot 30%, aangezien X uiting heeft gegeven aan het besef dat aan de inlichtingenplicht moet worden voldaan. Er is sprake van een voldoende objectieve en redelijke rechtvaardiging de boetes aldus te matigen. De Staatssecretaris van Financiën gaat in cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat de feitenrechter zelfstandig de strafmaat dient te bepalen en daarbij dus niet is gebonden aan beleidsregels van de Belastingdienst. Het oordeel van de feitenrechter over de vraag welke hoogte van een boete gelet op de ernst van het beboetbare feit en de overige omstandigheden passend en geboden is voorts, als verweven met waarderingen van feitelijke aard in cassatie slechts beperkt toetsbaar. Het oordeel van het hof geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is ook niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd. Het beroep van de Staatssecretaris is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

2

Gerelateerde artikelen