Hof Arnhem-Leeuwarden overweegt in verzet dat belanghebbende terecht niet ontvankelijk is verklaard omdat zij het griffierecht niet heeft betaald. Het heffen van griffierecht is niet in strijd met Europees recht. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Belanghebbende, X, is in hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat zij het griffierecht niet heeft betaald. Zij komt hiertegen in verzet. Belanghebbende stelt dat het heffen van griffierecht op straffe van verval van recht een inbreuk maakt op art. 52 Handvest en dat het vooraf heffen van het griffierecht niet voldoet aan het Unierechtelijke evenredigheidsbeginsel. Volgens belanghebbende is de Europese Commissie een inbreukprocedure gestart naar aanleiding van door de belanghebbendes gemachtigde eerder gedane klachten.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N Vandaag 2022/53) overweegt in verzet dat belanghebbende terecht niet-ontvankelijk is verklaard omdat zij het griffierecht niet heeft betaald. Het heffen van griffierecht is niet in strijd met Europees recht. Dit onder verwijzing naar het arrest van de HR van 11 oktober 2019, nr. 18/04973, V-N 2019/49.22. Belanghebbende heeft ook geen beroep gedaan op betalingsonmacht. Daarnaast blijkt uit niets dat de Europese Commissie een inbreukprocedure is gestart en op welke onderdelen van het nationale recht deze betrekking heeft. Het verzet is ongegrond. X gaat in cassatie, maar betaalt het griffierecht niet. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:55
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 12 juli