X produceert suiker uit suikerbieten. X verbrandt kolen bij het productieproces. Dit wordt carbonatatie genoemd. Het bij de verbranding ontstane kooldioxide – een mengsel van carbondioxide (CO2) en stikstof – vermengt zich met het kalkovengas en draagt bij aan de carbonatatie. In geschil is of het teruggaafverzoek brandstoffenbelasting ad € 97.114 van X terecht is afgewezen. Rechtbank Breda oordeelt dat het verzoek terecht is afgewezen, omdat de kolen primair en volledig een verbrandingsfunctie hebben. Hof 's-Hertogenbosch vraagt aan het HvJ EU of sprake is van duaal gebruik in de zin van de Richtlijn 2003/96/EG en of Nederland dat begrip beperkter mag uitleggen. Het Hof van Justitie EU (2 oktober 2014, nr. C-426/12, V-N 2014/54.29) oordeelt dat Nederland in het nationale recht mag uitgaan van een beperktere reikwijdte van het begrip duaal gebruik dan die in de richtlijn teneinde een belasting te heffen op energieproducten die buiten de werkingssfeer van die richtlijn vallen. In die context is de vraag of de nationale wetgever in casu een andere definitie heeft willen geven dan die welke in de richtlijn is opgenomen, louter een nationaalrechtelijke kwestie, die uitsluitend de verwijzende rechter heeft te beslechten. Wanneer kolen worden gebruikt als verwarmingsbrandstof in het suikerproductieproces en daarnaast het door de verbranding van de kolen opgewekte kooldioxide wordt gebruikt om kunstmest te produceren, dan is geen sprake van duaal gebruik. Er is echter wel sprake van duaal gebruik als kolen worden gebruikt als verwarmingsbrandstof in het suikerproductieproces en daarnaast het door de verbranding opgewekte kooldioxide in het kader van hetzelfde productieproces wordt gebruikt, indien vaststaat dat het productieproces niet tot een goed einde kan worden gebracht zonder het gebruik van dat gas. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de kolen zowel als verwarmingsbrandstof als voor andere doeleinden dan als (motor- of) verwarmingsbrandstof worden gebruikt. Er is dus sprake van duaal gebruik als bedoeld in de zin van art. 2 lid 4 aanhef, onderdeel b van de richtlijn en daarom is de richtlijn niet van toepassing. Vaststaat namelijk dat de kolen in het productieproces worden gebruikt als verwarmingsbrandstof en dat de door de verbranding opgewekte kooldioxide in het kader van hetzelfde productieproces wordt gebruikt. Het productieproces kan niet tot een goed einde worden gebracht zonder het gebruik van kooldioxide. De Nederlandse regering heeft in haar pleitnota voor het HvJ EU opgemerkt dat de wetgever voor het begrip duaal gebruik heeft willen aansluiten bij die van de richtlijn. Ofschoon de inspecteur persisteert dat dit niet het geval is, kan X aan de uitlating van de regering toch vertrouwen ontlenen. De regering heeft namelijk mede namens de Staatssecretaris van Financiën gesproken en heeft mede namens hem een standpunt ingenomen. Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet belastingen op milieugrondslag 26
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Milieuheffingen
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 24 juni