Stichting C bv houdt de aandelen in belanghebbende, X bv. De door C bv uitgegeven certificaten van aandelen van X bv zijn in het bezit van F. F heeft een schuld in rekening-courant bij X bv. De inspecteur acht de stand van de rekening-courantverhouding tussen X bv en F te hoog. Na onderhandelingen wordt een vaststellingsovereenkomst opgesteld. Overeengekomen wordt dat de stand van de rekening courant eind 2012 maximaal € 1,5 mln zal bedragen en dat het meerdere als een dividenduitkering zal worden aangemerkt. De stand bedraagt ultimo 2012 ruim € 2 mln.
De inspecteur legt een naheffingsaanslag dividendbelasting 2014 op aan X bv. X bv stelt dat de overeenkomst nietig is, omdat deze onder bedreiging of misbruik van omstandigheden tot stand is gekomen.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat er geen sprake is van bedreiging of misbruik van omstandigheden. De rechtbank overweegt daarbij dat de inspecteur de steeds maar oplopende rekening-courantverhouding aan de orde mocht stellen en als een winstuitdeling mocht aanmerken. De rechtbank acht hierbij verder van belang dat de vordering inmiddels zeer hoog was, er geen zekerheden waren gesteld en afspraken niet werden nagekomen.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X bv onvoldoende feiten en omstandigheden aannemelijk heeft gemaakt die de conclusie rechtvaardigen dat er sprake is van ongeoorloofde druk of misbruik van omstandigheden. Het hof wijst er daarbij op dat in maart 2010 is afgesproken dat de schuld van F aan X bv per ultimo 2012 maximaal € 1,5 mln zou bedragen, en dat het meerdere in 2013 zou worden belast als een uitdeling van dividend. Ten aanzien van de inhoud van de afspraak merkt het hof op dat ook daaruit niet blijkt dat er sprake is van ongeoorloofde druk of misbruik van omstandigheden. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Wetsartikelen:
Wet op de dividendbelasting 1965 3
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Dividendbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 21 oktober