Aan X zijn in 2018 en 2019 aanslagen gemeentelijke heffingen van € 1114 en € 1159 opgelegd, die niet zijn betaald. In geschil is of bij de aanmaningen terecht tweemaal € 16 aan kosten in rekening is gebracht. Rechtbank Gelderland stelt de invorderingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Rivierenland in het gelijk. In hoger beroep stelt X dat de zaken nog “onder de rechter” zijn en dat de betalingsverplichting daarmee is opgeschort.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de invorderingsambtenaar terecht tot aanmaning is overgegaan.
Aan het verzenden daarvan zijn kosten verbonden, zijnde € 7 bij een vordering tot € 454 en € 16 bij een vordering van € 454 of meer. De betalingsverplichting wordt tijdens de bezwaar- en beroepsfase niet automatisch geschorst. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Invordering
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 12 oktober