Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de invorderingsambtenaar terecht tot aanmaning is overgegaan. Aan het verzenden daarvan zijn kosten verbonden, zijnde € 7 bij een vordering tot € 454 en € 16 bij een vordering van € 454 of meer. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

Aan X zijn in 2018 en 2019 aanslagen gemeentelijke heffingen van € 1114 en € 1159 opgelegd, die niet zijn betaald. In geschil is of bij de aanmaningen terecht tweemaal € 16 aan kosten in rekening is gebracht. Rechtbank Gelderland stelt de invorderingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Rivierenland in het gelijk. In hoger beroep stelt X dat de zaken nog “onder de rechter” zijn en dat de betalingsverplichting daarmee is opgeschort.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N Vandaag 2021/2379) oordeelt dat de invorderingsambtenaar terecht tot aanmaning is overgegaan. Aan het verzenden daarvan zijn kosten verbonden, zijnde € 7 bij een vordering tot € 454 en € 16 bij een vordering van € 454 of meer. De betalingsverplichting wordt tijdens de bezwaar- en beroepsfase niet automatisch geschorst. Het beroep van X is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 11

Invorderingswet 1990 9

Kostenwet invordering rijksbelastingen 2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Hoge Raad

Editie: 5 mei

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen