Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar de aanslag OZB 2018 niet in strijd met het gesloten fiscaal compromis en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur heeft opgelegd.

De belastingwetgeving kent op verschillende plaatsen faciliteiten die tot doel hebben bedrijfsopvolgingen te faciliteren, zoals de bedrijfsopvolgingsregeling en de doorschuifregeling aanmerkelijk belang. In de Invorderingswet 1990 zijn voor bedrijfsopvolging de betalingsfaciliteiten opgenomen. Specialist Geert de Jong heeft er een nieuw thema over geschreven.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de geraamde baten niet hoger zijn dan de geraamde lasten. De verhouding tussen de verschillende tarieven is ook niet zodanig dat er strijd is met enig rechtsbeginsel.

Het Ministerie van Financiën heeft een internetconsultatie gestart over het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2026.

Hof Amsterdam oordeelt dat het versturen van de aanmaning en het dwangbevel niet vallen binnen de werkingssfeer van het EU-recht. X claimt vergeefs een schadevergoeding van € 1.867.568. Hij wordt veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep van € 30.030.

Advocaat-generaal Pauwels ziet geen ruimte voor de belastingrechter om te toetsen of het niet-betalen van parkeerbelasting verwijtbaar is dan wel of het in rekening brengen van de (volledige) kosten passend en geboden is.

Bij de bekendmaking van de belastingaanslagen is niet altijd genoeg ruimte om rekening te houden met de omstandigheden van burgers. Het rapport ‘Gezien en bereikbaar’ noemt verschillende oplossingsrichtingen voor een ontwerpproces over de bekendmaking van belastingaanslagen.

De Nationale Ombudsman vindt de klacht van een bedrijf terecht dat de Belastingdienst de afwijzing van haar beroepschriften beter had moeten motiveren. Het bedrijf zat tegen het randje van faillissement aan en had het betalingsuitstel van de coronabelastingschulden hard nodig om te overleven. De ombudsman vindt dat de fiscus bij het intrekken van het uitstel beter had moeten kijken naar de bijzondere omstandigheden van het bedrijf.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de overschrijding van de opbrengstlimiet niet dusdanig groot is dat dit moet leiden tot algehele onverbindendverklaring van de verordening. De overdekking bedraagt namelijk minder dan 10%. Het hof verklaart de verordening partieel onverbindend jegens X voor zover de opbrengstlimiet is overschreden. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de opbrengstlimiet is geschonden, waardoor de Verordening rioolheffing van de gemeente Y partieel onverbindend wordt verklaard jegens X en de aanslagen rioolheffing worden verminderd. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).