Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het beroep op de voortvarendheidseis niet slaagt, omdat de aanslag schenkingsrecht niet is opgelegd met behulp van de verlengde navorderingstermijn maar gewoon binnen de reguliere aanslagtermijn van drie jaar na het overlijden van de vader.

De ouders van de heer X (belanghebbende) hebben in 2001 een stichting laten oprichten naar het recht van Curaçao. Hierin is ruim € 2 mln. ingebracht, waartegen een levenslange lijfrente is bedongen. Het bestuur van de stichting wordt gevormd door Y NV. De ouders hebben drie kinderen, zijnde X en twee dochters. In december 2009 stuurt een belastingadviseur een memo naar de ouders. Hierin staat dat de APV-wetgeving op 1 januari 2010 ingaat en dat de uitkeringen van vóór die datum niet tot heffing van schenkingsrecht zullen leiden. Op 31 december 2009 krijgt ieder kind een schenking van € 300.000 onder verrekening van de schulden die twee van de kinderen aan de ouders hebben. In 2011 heeft de adviseur contact met de Belastingdienst, waarin deze melding maakt van de schenkingen. In 2015 is de stichting opgeheven, waarbij de activa zijn uitgekeerd aan de ouders. Op 1 november 2017 overlijdt de vader van X. In geschil is of in oktober 2020 terecht een aanslag schenkingsrecht over 2009 aan X is opgelegd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het beroep op de voortvarendheidseis niet slaagt, omdat de aanslag niet is opgelegd met behulp van de verlengde navorderingstermijn maar gewoon binnen de reguliere aanslagtermijn van drie jaar na het overlijden van de vader. Verder maakt de inspecteur aannemelijk dat de ouders eind 2009 konden beschikken over het vermogen van de stichting als ware het hun eigen vermogen. Het is met name van belang dat de schenkingen voortkwamen uit afspraken tussen de ouders en de kinderen en dat er geen zelfstandig bestuursbesluit van Y NV aan ten grondslag lag. Het beroep van X is enkel gegrond, omdat zijn bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk was verklaard.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 66

Algemene wet inzake rijksbelastingen 11

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Schenk- en erfbelasting

Editie: 29 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

49

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen