Belanghebbende, X, is voor 1/8ste deel gerechtigd tot de nalatenschap van erflaatster. Tot haar overlijden was erflaatster eigenaar van een woning in de gemeente Putten. De WOZ-waarde 2012 van deze woning is door de gemeente vastgesteld op € 269.000. Op 3 september 2012 stond de woning te koop voor € 310.000, in december 2013 hebben alle erfgenamen gezamenlijk de woning verkocht aan een dochter van een van de erfgenamen voor een bedrag van € 240.000.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt allereerst dat X belang heeft bij de WOZ-waarde 2012 van de woning, zodat de heffingsambtenaar haar terecht op haar verzoek een WOZ-beschikking heeft verstrekt. Het hof verwerpt de stelling van de heffingsambtenaar dat deze verstrekking onterecht was. Het hof oordeelt vervolgens dat de heffingsambtenaar aannemelijk maakt dat de woning op de peildatum 1 januari 2011 ten minste € 269.000 waard was. Rekening houdend met een waardedaling van 13% onderstreept de eigen verkoopprijs uit december 2013 de juistheid van deze WOZ-waarde. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Lees ook het thema over de WOZ.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 28
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 31 maart