De heer X is bloemist en drijft zijn onderneming in de vorm van een eenmanszaak. Aan X worden reeds jarenlang ambtshalve IB-aanslagen opgelegd. Over 2010 is een ambtshalve IB-aanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 20.000 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 2.612. De aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) is opgelegd naar een bijdrage-inkomen van € 20.000. Rechtbank Oost-Nederland (thans Gelderland) stelt de inspecteur in het gelijk. Hiertoe wordt met name gewezen op de door X over 2007 in de bezwaarfase ingediende aangifte met een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 18.478. X gaat in hoger beroep. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X geen enkel bewijs heeft bijgebracht voor zijn stelling dat zijn onderneming in 2010 verliesgevend was. X heeft dus niet overtuigend de onjuistheid van de uitspraken op bezwaar aangetoond. De aanslagen zijn ook niet naar willekeur vastgesteld. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 17 maart