Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat er geen reden is de zaken aan te houden totdat is beslist op het hoger beroep van X inzake de handhavingsbeslissing van de Autoriteit Persoonsgegevens. De boetes van in totaal € 7982 zijn vanwege het stelselmatige aangifteverzuim passend en geboden. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
X is actief als consultant/projectmanager op het gebied van 'data governance'. X dient, hoewel daartoe door de inspecteur aangemaand, over 2008 tot en met 2015 geen IB-aangiften in. In geschil zijn de ambtshalve aanslagen over die jaren. Pas in de beroepsfase dient X alsnog zijn aangifte over 2013 in. Volgens Rechtbank Noord-Holland moet de bewijslast wegens het niet (tijdig) doen van de vereiste aangiften ten nadele van X worden omgekeerd en verzwaard. X doet niet blijken dat de uitspraken op bezwaar onjuist zijn. X stelt in hoger beroep dat de Belastingdienst de archiefregelgeving en de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) niet goed naleeft.
Hof Amsterdam (V-N 2020/19.1.3) oordeelt dat er geen reden is de zaken aan te houden totdat is beslist op het hoger beroep van X over de handhavingsbeslissing van de Autoriteit Persoonsgegevens. De aangifteplicht van X staat hier namelijk los van. De inspecteur is bij de uitspraken op bezwaar terecht zoveel mogelijk uitgegaan van inkomensgegevens van X die hem op andere wijze bekend waren. X heeft op geen enkele wijze doen blijken dat de aanslagen te hoog zijn. De boetes van in totaal € 7982 zijn vanwege het stelselmatige verzuim passend en geboden. X stelt vergeefs dat met één boete moet worden volstaan. Het beroep van X is ongegrond.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 11
Algemene wet inzake rijksbelastingen 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 13 januari