Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aangifte binnen acht maanden na het overlijden binnen had moeten zijn. De termijnoverschrijding is niet verschoonbaar, omdat dit alleen kan spelen bij te laat ingediende bezwaar- of beroepschriften en verzoekschriften.
Erflaatster is de moeder van X en overlijdt in november 2022. X is erfgenaam/executeur en schakelt een notaris in om de aangifte erfbelasting te doen. De termijn waarbinnen de aangifte ontvangen moet zijn zonder belastingrente te zijn verschuldigd, eindigt op 9 juli 2023. X informeert herhaaldelijk bij de notaris of de aangifte al klaar is. Op 6 juli 2023 is de aangifte door hem ondertekend. De notaris stuurt de aangifte op 10 juli 2023 naar de inspecteur, die deze op 12 juli 2023 ontvangt. In geschil is of bij de aanslag terecht € 1089 belastingrente in rekening is gebracht.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aangifte binnen acht maanden na het overlijden binnen had moeten zijn. De termijnoverschrijding is niet verschoonbaar, omdat dit alleen kan spelen bij te laat ingediende bezwaar- of beroepschriften en verzoekschriften. Het feit dat er in de familie drie sterfgevallen binnen twee maanden waren, is weliswaar een bijzondere omstandigheid maar dat maakt niet dat de aangifte daardoor tijdig is ingediend. Het rentetijdvak loopt conform de wet van 10 juli 2023 tot 26 september 2023, zijnde de dag waarop de aanslag invorderbaar is. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 30g
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Schenk- en erfbelasting
Editie: 18 december
Informatiesoort: VN Vandaag