Aan X bv is belastingrente in rekening gebracht, terwijl volgens haar tijdig een verzoek tot het opleggen van een voorlopige VPB-aanslag is ingediend. Het verzoek is echter niet – zoals voorgeschreven – digitaal, maar tweemaal per brief gedaan. Rechtbank Gelderland stelt de inspecteur in het gelijk. X bv gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X bv niet aannemelijk maakt dat de brieven de inspecteur hebben bereikt en dat deze haar dus niet een hersteltermijn hoefde te gunnen. Uit het overleggen van de afschriften en het per e‑mail aan X bv zenden daarvan - is namelijk niet af te leiden dat de brieven ook daadwerkelijk zijn verzonden. Het beroep van X bv is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 30f
Algemene wet inzake rijksbelastingen 3a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 3 december