Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur terecht een verzuimboete heeft opgelegd aan een ondernemer die eigenhandig diverse bedragen van de Belastingdienst heeft verrekend. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Belanghebbende, X, doet aangifte omzetbelasting naar een te betalen bedrag van € 1924. X deelt de inspecteur mee dat hij dit te betalen bedrag verrekent met een teruggaaf omzetbelasting en bedragen aan te ontvangen griffierecht en rente. Het restant van € 21 wordt door X betaald. De inspecteur accepteert de verrekening niet en legt een betaalverzuimboete op aan X.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2018/66.24.10) oordeelt dat de inspecteur terecht een verzuimboete heeft opgelegd aan een ondernemer die eigenhandig diverse bedragen van de Belastingdienst heeft verrekend. Op grond van art. 19 lid 2 onderdeel b AWR had X om uitstel van betaling kunnen vragen in afwachting van verrekening met een belastingteruggaaf. X heeft dit niet gedaan maar heeft de inspecteur alleen meegedeeld dat hij zelf tot verrekening is overgegaan en daarmee de naheffingsaanslag heeft betaald. In deze verrekening heeft hij in strijd met art. 19 lid 2 onderdeel b AWR ook nog bedragen betrokken aan griffierecht en door hemzelf berekende rente en kosten voor aanmaningen en late betaling. De handelwijze van X is niet pleitbaar en levert evenmin afwezigheid van alle schuld op. Het hoger beroep van X is ongegrond.
De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Lees ook het thema Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c