Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de ontvanger er terecht vanuit is gegaan dat in Duitsland geen uitstel van betaling was verleend. Er is door de heer X namelijk geen schriftelijk bewijs daarvan overgelegd.

Aan de heer X is op verzoek van de Duitse Belastingdienst een akte van betekening uitgereikt met betrekking tot de invordering van een Duitse belastingschuld. De betekeningskosten van deze akte zijn € 2435. In geschil is of X deze vervolgingskosten moet betalen. X stelt dat er ten tijde van de invordering in Duitsland een procedure liep over de betreffende schuldvorderingen en dat uitstel van betaling was verleend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de ontvanger er terecht vanuit is gegaan dat in Duitsland geen uitstel van betaling was verleend. Er is door X namelijk geen schriftelijk bewijs daarvan overgelegd. Het wel overgelegde stuk is van latere datum, zodat deze niet als bewijs van een eerder verleend uitstel van betaling kan dienen. Voorts is door de ontvanger gecontroleerd of er in Duitsland uitstel van betaling was verleend. Dit was niet het geval. X is voorts terecht niet gehoord door de ontvanger. De ontvanger kon zich in redelijkheid op het standpunt stellen dat de Duitse Belastingdienst het recht op executie had en het niet-gedocumenteerde bezwaar van X dus kennelijk ongegrond was. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:2

Kostenwet invordering rijksbelastingen 3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 17 maart

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen