A-G Ettema is van mening dat de inspecteur is gehouden om de bijstellingen marktsituatie en dealersituatie van de koerslijst EurotaxGlass’s uit eigen beweging toe te passen, doch alleen als hij deze koerslijst bij de naheffing toepast en deze behoort tot de hem ter beschikking staande gegevens.
X bv doet BPM-aangifte voor een Mercedes-Benz ML 250 Bluetec 4Matic die in Duitsland is geproduceerd voor de Canadese markt. In geschil is de naheffingsaanslag van € 4023. Rechtbank Noord-Holland stelt de inspecteur in het gelijk. De auto is geproduceerd voor de Canadese markt, zodat voor de CO2-uitstoot terecht de Scandinavische rekenmethode is toegepast. De inspecteur gaat echter alsnog akkoord met het toepassen van de koerslijst EurotaxGlass’s, inclusief de bijstellingen marktsituatie en dealersituatie. De aanslag wordt daarom verlaagd tot € 3389. Volgens Hof Amsterdam slaagt X bv niet in de bewijslast dat de auto een ‘product van de overige lidstaten’ is als bedoeld in art. 110 VWEU. Het is namelijk onbekend waar en van wie zij de auto heeft gekocht. X bv stelt in cassatie dat de inspecteur bij het opleggen van de aanslag was gehouden om de bijstellingen marktsituatie en dealersituatie van de koerslijst EurotaxGlass’s uit eigen beweging toe te passen. De aangifte is namelijk gedaan vóór 4 oktober 2021, zijnde de datum waarop de aanbieder van de koerslijst EurotaxGlass’s een disclaimer heeft opgenomen, waaruit volgt dat niet langer de mogelijkheid bestaat om in alle gevallen de ‘bijstelling marktsituatie’ en ‘bijstelling dealersituatie’ toe te passen (zie HR 15 november 2019, 18/00246, V-N 2019/57.15).
Advocaat-Generaal Ettema is van mening dat de inspecteur is gehouden om de bijstellingen uit eigen beweging toe te passen, doch alleen als hij deze koerslijst toepast en deze behoort tot de hem ter beschikking staande gegevens. In casu staat vast dat bij de aangifte en de naheffing de taxatiemethode is toegepast. Dit brengt mee dat de inspecteur niet verplicht was uit eigen beweging de bijstellingen toe te passen. Het oordeel van het hof dat geen sprake is van een aan de inspecteur te wijten onrechtmatigheid getuigt dus niet van een onjuiste rechtsopvatting en is overigens niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd. Tussen partijen is echter niet in geschil dat X bv een bezwaarkostenvergoeding moet krijgen. De conclusie strekt tot gegrondverklaring van het beroep in cassatie van X bv.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:15
Uitvoeringsbesluit belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 6a
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 110
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 13 mei
Informatiesoort: VN Vandaag
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)