X doet BPM-aangifte voor een BMW X5 3.0d High Executive met schade en voldoet € 669. Na hertaxatie door Domeinen volgt een naheffing. X overlegt een brief van een Duitse garage alsmede foto’s en een film, waarop de uitbouw van het motorblok zichtbaar is. De rechtbank oordeelt dat X aannemelijk maakt dat er iets flink mis was met de motor. Bij motorschade mag 100% van de herstelkosten worden afgetrokken, omdat men niets heeft aan een auto met defecte motor. De aanslag wordt vernietigd en wegens het overschrijden van de redelijke termijn krijgt X een immateriële schadevergoeding van € 1000. Partijen gaan in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat bij een essentiële gebrek – zoals een kennelijk defecte motor – geen schade in mindering kan worden gebracht. De vermindering kan en mag namelijk pas worden bepaald als het essentiële gebrek is hersteld. Het hoger beroep van de inspecteur is gegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd, met uitzondering van de beslissingen omtrent de vergoeding van de immateriële schade, de proceskosten en het griffierecht. Het door X bij de rechtbank ingestelde beroep wordt alsnog ongegrond verklaard.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsregeling belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 8
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Editie: 21 augustus
Informatiesoort: VN Vandaag