X doet BPM-aangifte voor een Jeep Grand Cherokee en voldoet € 4483. Volgens het bijgaande taxatierapport heeft de auto schade. In geschil is de naheffing van € 11.756. De inspecteur stelt dat het rapport niet kan dienen als enig bewijs voor de schade, omdat de inkoopfactuur niet is bijgevoegd. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant kan aan het niet overleggen van de factuur niet het door de inspecteur betoogde rechtsgevolg worden verbonden. X maakt voorts aannemelijk een waardevermindering wegens het schadeverleden in aanmerking moet worden genomen. De naheffingsaanslag wordt vernietigd. De inspecteur gaat in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X een blijvende waardevermindering wegens het schadeverleden X niet aannemelijk maakt. Het is namelijk onduidelijk wat de aard en omvang van het schadeverleden is geweest en informatie over de aan- en verkoop van de auto, zoals een inkoop- of verkoopfactuur, ontbreekt eveneens. De CO2-uitstoot is conform de informatie die op het Duitse kenteken staat en de aanslag wordt vastgesteld op € 10.413. De rechtbank heeft de proceskosten van X ten onrechte gebaseerd op het lage forfait. Haar incidentele beroep is dus ook gegrond
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 9
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 11 september
Informatiesoort: VN Vandaag