Hof Den Haag oordeelt dat de auto niet is geproduceerd voor de Europese markt, zodat aannemelijk is dat de auto een hogere CO2-uitstoot heeft. X krijgt alsnog een immateriële schadevergoeding en een hogere proceskostenvergoeding.

X doet BPM-aangifte voor een Range Rover SVR/SUV met schade, die is geproduceerd voor de Amerikaanse markt. In de aangifte is de verschuldigde BPM berekend op € 33.225. In geschil is de naheffingsaanslag van € 16.689. Zo heeft de auto volgens de inspecteur geen schade. Rechtbank Den Haag stelt de historische nieuwprijs vast op € 245.916, de handelsinkoopwaarde op € 137.188, de CO2-uitstoot op 336 gr/km en verlaagt de aanslag tot € 5953. De inspecteur gaat in hoger beroep.

Hof Den Haag oordeelt dat de auto niet is geproduceerd voor de Europese markt, zodat aannemelijk is dat de auto een hogere CO2-uitstoot heeft. Ook voor het overige wordt de uitspraak van de rechtbank bevestigd, met uitzondering van de immateriële schade en de proceskostenvergoeding. De coronapandemie is in dit geval geen bijzondere omstandigheid die verlenging van de redelijke termijn rechtvaardigt. X krijgt alsnog een immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn van € 500 en krijgt € 4185 als totale proceskostenvergoeding voor het beroep en het hoger beroep. Het incidentele hoger beroep van X is deels gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 19 juli

32

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen