Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt onder verwijzing naar de VPB-zaak dat het X bv zelf is geweest die de champignons heeft verkocht en geleverd, zodat zij dus ook de btw ter zake van die leveringen is verschuldigd.

De heer A exploiteert tot en met 2004 een champignontelerij. Eind 2004 ontslaat A al het Nederlandse personeel, omdat de onderneming niet meer rendabel zou zijn. Belanghebbende, X bv, zet de onderneming van A daarna voort. Haar enig aandeelhouder is X Holding bv. Enig aandeelhouder van deze holding is A. Vanaf 2005 wordt de oogst op stam verkocht aan een buitenlandse vennootschap en werken er alleen nog maar Poolse werknemers bij de oogst. X bv opteert voor normale btw-heffing. In geschil is de aan X bv over 2005 opgelegde btw-naheffingsaanslag, alsmede de 50% vergrijpboete. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt onder verwijzing naar de VPB-zaak nr. 11/3540 dat het X bv zelf is geweest die de champignons heeft verkocht en geleverd, zodat zij dus ook de btw ter zake van die leveringen is verschuldigd. De inspecteur heeft de gerealiseerde omzet terecht berekend op basis van de veilingcijfers. De boete is ook terecht, aangezien de inspecteur aannemelijk maakt dat X bv opzettelijk een onjuiste voorstelling van zaken heeft willen geven. Aangezien de redelijke termijn is overschreden, wordt de boete wel met 15% gematigd. Het beroep van X bv is slechts in zoverre gegrond. Om te beoordelen of X bv terecht een immateriële schadevergoeding claimt, wordt de zaak later weer heropend.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f

Algemene wet inzake rijksbelastingen 20

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 6 januari

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen