Belanghebbende, X bv, verkoopt haar onroerende zaken in 2007 aan P bv. Op 23 februari 2009 koopt X bv voor € 3,2 mln onroerende zaken van Y bv. De oude onroerende zaken worden op 24 februari 2009 door X bv geleverd en de nieuwe onroerende zaken worden op 6 maart 2009 aan X bv geleverd. Op 26 februari 2009 worden de aandelen in X bv verkocht aan R bv. In haar VPB-aangifte 2009 boekt X bv de door haar behaalde boekwinst af op de aanschaffingskosten van de nieuwe onroerende zaken. De inspecteur accepteert dit niet en corrigeert de aangifte. X bv stelt in beroep dat de boekwinst op 23 februari 2009 (de datum van de obligatoire koopovereenkomst) wordt afgeboekt op de aanschaffingskosten van de nieuwe onroerende zaken, zodat er ten tijde van de levering van de aandelen in X bv op 26 februari 2009 aan R bv geen HIR bestond.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X bv de winst op de verkochte onroerende zaken pas op 24 februari 2009, bij de levering, heeft gerealiseerd. Volgens de rechtbank kan de vervreemdingswinst dan niet direct op de aanschaffingskosten van de nieuwe onroerende zaken worden afgeboekt. De rechtbank stelt de inspecteur in het gelijk. In hoger beroep zijn partijen het er over eens dat X bv de HIR terecht heeft afgeboekt en dat deze op het moment van de belangenwijziging niet meer bestond. De inspecteur beroept zich vervolgens op fraus legis.
Hof Arnhem-Leeuwarden (MK I, 16 juni 2015, 13/01135, V-N 2015/42.1.2) oordeelt dat er sprake is van fraus legis. Volgens het hof duidt de gang van zaken er onmiskenbaar op dat de rechtshandelingen hebben plaatsgevonden met de doorslaggevende beweegreden te voorkomen dat de HIR zou worden toegevoegd aan de winst van X bv. Het hof merkt verder nog op dat de aanwending van de HIR, vanuit materieel oogpunt bezien, heeft plaatsgevonden door de nieuwe aandeelhouder van X bv. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Lees ook het thema Herinvesteringsreserve: onbelaste boekwinst voor herinvesteren in nieuwe bedrijfsmiddelen.
Wetsartikelen:
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 12a
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Wet inkomstenbelasting 2001 3.54