X exploiteert een metaalrecyclingbedrijf, waarbij veel contant wordt afgerekend. In navolging op een strafrechtelijk onderzoek stelt de inspecteur bij een boekenonderzoek dat inkoopfacturen door X op grote schaal zijn vervalst. De facturen van een zogenaamde leverancier zijn vermoedelijk gebaseerd op een offerte van die leverancier. In geschil zijn diverse aanslagen in de IB- en BTW-sfeer, alsmede boetes van in totaal € 527.921. Volgens X is hij inmiddels vrijgesproken door de strafrechter en zijn bepaalde handelingen door anderen verricht, waar hij niks van wist.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X doelbewust en stelselmatig zijn administratie heeft gemanipuleerd. Zo zijn in de administratie niet alleen valse inkoopfacturen aangetroffen, maar ook (gestolen) ID-bewijzen waarmee inkopen werden gefingeerd. Gelet op de omvang van één en ander moet X er weet van hebben gehad. X heeft dus op zijn minst bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat te weinig belasting werd betaald en dat onjuiste aangiften werden ingediend. Conform het uiteindelijke standpunt van de inspecteur worden de boetes van in totaal € 78.790 passend en geboden geacht. Ambtshalve worden deze vanwege het overschrijden van de redelijke termijn nog wel gematigd met 15%. De beroepen van X zijn in zoverre gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 18 november