Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X elk jaar minimaal € 300.000 te weinig aan winst uit onderneming heeft aangegeven. Dit absoluut en relatief grote verschil rechtvaardigt het omkeren en verzwaren van de bewijslast.
X is samen met zijn echtgenote in VOF-verband actief in de goudhandel. De VOF koopt tegen contante betaling sloopgoud in, dat na omsmelting wordt geëxporteerd naar Dubai. Daar worden nieuwe 21-karaat sieraden van gemaakt, die de VOF dan weer verkoopt. Om de VOF van voldoende cashflow te voorzien, verkoopt X zelf regelmatig sloopgoud. Volgens de inspecteur heeft X 27 kilo goud verkocht zonder dit in zijn administratie te verantwoorden. In geschil is de navordering bij hem in de IB-sfeer. Volgens Rechtbank Gelderland heeft X niet de vereiste aangiften gedaan, zodat de bewijslast wordt omgekeerd en verzwaard. In zijn woning heeft de FIOD goudbaren aangetroffen, die zijn onttrokken aan de VOF zonder dit administratief te verantwoorden. De schattingen van de inspecteur zijn echter niet redelijk door een rekenfout van circa 20%. X gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X elk jaar minimaal € 300.000 te weinig aan winst uit onderneming heeft aangegeven. Dit absoluut en relatief grote verschil rechtvaardigt het omkeren en verzwaren van de bewijslast. X slaagt niet in het verzwaarde (tegen)bewijs dat de geschatte correcties te hoog zijn. Hij stelt vergeefs dat een groot deel van de nieuwe sieraden onverkocht retour gaat naar Dubai. Het goudgehalte van de zendingen naar Dubai zou dan namelijk veel hoger moeten zijn. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Rubriek: Inkomstenbelasting
Editie: 4 juni
Informatiesoort: VN Vandaag