Hof 's-Hertogenbosch bevestigt in hoger beroep dat het per ongeluk niet blokkeren van de aanslagregeling een kenbare fout is. Uit de omstandigheid dat de inspecteur - in afwijking van zijn eerdere consistent ingenomen standpunt - de aangifte zonder nader onderzoek heeft gevolgd, kan redelijkerwijs niet worden afgeleid dat de inspecteur zijn standpunt heeft herzien.
Mevrouw X werkt als consulair medewerkster voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Vanaf 1999 wordt X naar het buitenland gezonden, waar zij altijd over gratis huisvesting beschikt. Daarnaast beschikt X over een woning in Nederland. In haar IB-aangifte over 2013 merkt zij deze woning aan als een ‘eigen woning’. De aanslag is conform de aangifte opgelegd. In geschil is of later terecht een navorderingsaanslag is opgelegd. Volgens de inspecteur is sprake van een kenbare fout, gelet op de procedures die al over eerdere jaren liepen (zie V-N 2018/48.13.3). Bij de aanslagregeling over 2014 is de woning niet als eigen woning aangemerkt. Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch bevestigt dat het per ongeluk niet blokkeren van de aanslagregeling voor 2013 een voor X kenbare fout is (zie HR 13 juli 2018, nr. 17/05454, V-N 2018/39.25). Uit de omstandigheid dat de inspecteur - in afwijking van zijn eerdere consistent ingenomen standpunt dat geen sprake is van een eigen woning - de aangifte over 2013 zonder nader onderzoek heeft gevolgd, kan dus redelijkerwijs niet worden afgeleid dat de inspecteur zijn standpunt heeft herzien. Het standpunt van de inspecteur over de box-3 kwalificatie van de woning voor beide jaren is juist, gelet op de uitkomst van de procedures over de eerdere jaren (zie V-N 2018/48.13.3). Het beroep van X is ongegrond.
Lees ook het thema Navordering
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.111
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 2 mei