De Hoge Raad oordeelt dat de inspecteur bij omkering en verzwaring van de bewijslast niet steeds moet stellen en aannemelijk moet maken welke bron van inkomen aan de navordering ten grondslag ligt. De correctie van € 415.000 is ook niet onredelijk of willekeurig.
Belanghebbende, de heer X, exploiteert een coffeeshop op de Amsterdamse Wallen. Het bedrijfspand is in 2000 door X gekocht. X heeft destijds de hypotheek van de oude eigenaar overgenomen, zonder de bank hiervan in kennis te stellen. De notaris heeft verzaakt de eigendomsoverdracht aan de bank te melden. X betaalt de rente en aflossing daarom aan de oude eigenaar, die het vervolgens aan de bank betaalt. Als de oude eigenaar echter in financiële problemen komt en het pand geveild dreigt te worden, lost X de hypotheek in één keer af. Dit mag echter niet contant. De grote betaling vanaf de zakelijke rekening van de coffeeshop wekt de aandacht van de inspecteur en de politie die daarom later invallen doet. In geschil is de IB-navorderingsaanslag over 2007, waarbij de contante stortingen kort vóór de aflossing als extra (verzwegen) inkomsten zijn belast als resultaat uit overige werkzaamheden. De informatiebeschikking staat inmiddels onherroepelijk vast. Volgens Rechtbank Noord-Holland is de navordering ter grootte van de contante stortingen (€ 415.000) terecht. Hof Amsterdam oordeelt dat X niet overtuigend aantoont dat het grootste deel van de contante stortingen afkomstig is uit het normaal belaste bedrijfsresultaat van zijn andere coffeeshop. De inspecteur hoeft ook niet aannemelijk te maken welke concrete bron van inkomen aan de stortingen ten grondslag lag. X gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat de inspecteur bij omkering en verzwaring van de bewijslast niet steeds moet stellen en aannemelijk moet maken welke bron van inkomen aan de navordering ten grondslag ligt. De correctie van € 415.000 is niet onredelijk of willekeurig, aangezien de inspecteur voor de hoogte hiervan heeft aangesloten bij de door X zelf in dat jaar gedane stortingen. X heeft niet doen blijken dat (een deel van) deze correctie onjuist is. De inspecteur heeft voldoende aanknopingspunten aan het hof verschaft waaruit is af te leiden dat schatting niet onredelijk en dus niet willekeurig is. Het beroep van X is ongegrond.
Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Hoge Raad
Editie: 18 augustus