Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X zich vergeefs beroept op het vertrouwensbeginsel. X liet zich in België namelijk bijstaan door een deskundig adviseur, die wist dat het pensioen aldaar niet tegen het reguliere progressieve tarief voor arbeidsinkomen werd aangegeven en belast.

X emigreert in 2004 naar België en ontvangt twee pensioenen uit Nederland. In 2011 worden de hiervoor verleende LB-vrijstellingsverklaringen verlengd. Naar aanleiding van ontwikkelingen in de Belgische jurisprudentie trekt de inspecteur de verklaringen in en verzoekt X om informatie over de pensioenen. In geschil zijn de IB-navorderingsaanslagen over 2014 tot en met 2017. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant komt het heffingsrecht over één van de pensioenen aan Nederland toe, omdat de opbouw destijds in Nederland fiscaal is gefaciliteerd, het jaarlijkse brutobedrag meer is dan € 25.000 en dit voor minder dan 90% in België in de heffing is betrokken. X gaat in hoger beroep.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X zich vergeefs beroept op het vertrouwensbeginsel. X liet zich in België namelijk bijstaan door een deskundig adviseur, die wist dat het pensioen aldaar niet tegen het reguliere progressieve tarief voor arbeidsinkomen werd aangegeven en belast. X stelt ook vergeefs dat het pensioen naar Belgische maatstaven gewaardeerd moet worden. Haar beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 7.2

Wet op de loonbelasting 1964 2

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen 18

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 28 januari

Informatiesoort: VN Vandaag

219

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen