Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur mag navorderen omdat de heer X te kwader trouw heeft gehandeld door zonder toereikende inkomsten daartoe toch diverse contante betalingen voor zijn nieuwe woonwagen te doen.
De heer X wordt strafrechtelijk vervolgd voor het telen van hennep, de handel hierin en het deelnemen aan een criminele organisatie. Naar aanleiding hiervan zijn ambtshalve IB-aanslagen aan X opgelegd. Nadat X is vrijgesproken, wordt de aanslag over 2011 verminderd tot nihil en wordt de aanslag over 2012 verminderd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 25.000. Op basis van luchtfoto's van het woonwagenkamp waar X woont, stelt de inspecteur dat door X een nieuwe woonwagen met een aanschafwaarde van naar schatting € 350.000 is geplaatst. In geschil is of op basis van deze bevindingen terecht IB-navorderingsaanslagen over 2011 en 2012 van elk € 175.000 en de 50% vergrijpboetes van totaal € 77.596 zijn opgelegd.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur mag navorderen omdat X te kwader trouw heeft gehandeld door zonder toereikende inkomsten daartoe toch diverse contante betalingen voor zijn nieuwe woonwagen te doen. Vanwege het niet aangeven van deze inkomsten wordt de bewijslast omgekeerd. X toont niet aan de dat de aanslagen te hoog zijn en de schattingen van de inspecteur zijn redelijk. De boetes worden vanwege de toegepaste omkering van het bewijs gematigd tot 35% (zie HR 18 januari 2008, 41.832, V-N 2008/6.4) en nog eens met 15% vanwege het overschrijden van de redelijke termijn. De beroepen van X zijn deels gegrond.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 3 december