Rechtbank Den Haag oordeelt dat de informatiebeschikking terecht is omdat de heer D en zijn bv's vijf maanden de tijd hebben gehad om hun administratie, die op het moment waarop het boekenonderzoek werd aangekondigd op orde en controleerbaar had moeten zijn, alsnog op orde te brengen.

De heer D is via een maatschap en acht bv's, waarvan hij (on)middellijk 100% aandeelhouder is, werkzaam in de accountancy- en belastingadviespraktijk. In februari 2017 wordt door de inspecteur een boekenonderzoek aangekondigd bij D en zijn bv's. In juli 2017 wordt jegens hen een informatiebeschikking genomen. Volgens de inspecteur weigeren zij namelijk binnen een redelijke termijn mee te werken aan het boekenonderzoek door hun administratie ter inzage te verstrekken.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de informatiebeschikking terecht is omdat D en zijn bv's vijf maanden de tijd hebben gehad om hun administratie, die op het moment waarop het boekenonderzoek werd aangekondigd op orde en controleerbaar had moeten zijn, alsnog op orde te brengen. Ze zijn dus ruimschoots in de gelegenheid gesteld om (alsnog) aan de informatie- en administratieplicht te voldoen, zodat niet gezegd kan worden dat de inspecteur onzorgvuldig is geweest. De beroepen van D en zijn bv's zijn ongegrond.

Lees ook de thema's Informatieverplichting en Informatiebeschikking: stand van zaken. Kijk ook de video over Informatiebeschikking op TaxVisions.nl.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 17 september

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen