Belanghebbende, X, gaat in bezwaar en beroep tegen een informatiebeschikking die de Belastingdienst hem heeft opgelegd. De beschikking is opgelegd nadat X geweigerd had om in de bezwaarfase tegen een aanslag IB/PVV volledig openheid van zaken te geven over een Zwitserse bankrekening.
Hof Amsterdam (MK IV, 10 juli 2014, 13/00249, V-N Vandaag 2014/1545) oordeelt dat de inspecteur terecht een informatiebeschikking heeft vastgesteld nadat X had geweigerd een overzicht te verstrekken van alle mutaties op de Zwitserse bankrekening gedurende het bestaan van die rekening. De weigering is in strijd met art. 47 AWR. De door de inspecteur gevraagde informatie kan relevant zijn voor de belastingheffing van X. Dat X eerder al overzichten van saldi per 31 december van de jaren 2006 t/m 2009 heeft verstrekt, doet hieraan niet af, noch het feit dat de inspecteur in een eerder stadium genoegen leek te nemen met de verstrekking van laatstgenoemde informatie. Het hof maakt geen gebruik van zijn bevoegdheid op grond van art. 8:63 lid 3 Awb om getuigen op te roepen. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:63
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47