Rechtbank Gelderland oordeelt dat de Belastingdienst terecht informatiebeschikkingen aan X heeft opgelegd.

Belanghebbende, X, is een directeur grootaandeelhouder. X is het niet eens met twee informatiebeschikkingen die de inspecteur aan hem heeft opgelegd. De beschikkingen zijn opgelegd nadat X heeft geweigerd om informatie te geven over zijn box-3-vermogen.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de Belastingdienst terecht informatiebeschikkingen aan X heeft opgelegd. De informatieverzoeken waarop X weigert te antwoorden zijn gebaseerd op eerder boekenonderzoek en strafrechtelijk onderzoek. De bevindingen hiervan zijn door X niet wezenlijk weersproken, zodat de inspecteur zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de gevraagde gegevens en inlichtingen van belang kunnen zijn voor de belastingheffing van X. Verder acht de rechtbank, gelet op de houding van X, aannemelijk dat X, om hem moverende redenen, niet aan zijn verplichtingen om gegevens en inlichtingen te verstrekken wilde voldoen, zodat een langere termijn voor beantwoording niet nodig was. Er is geen sprake van strijd met het nemo tenetur-beginsel. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond en geeft, in afwijking van art. 27e lid 2 AWR geen nieuwe termijn om alsnog de gevraagde informatie te verstrekken.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 17 november

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen