Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat terecht een informatiebeschikking is opgelegd aan X. De inspecteur heeft aannemelijk gemaakt dat X op 1 januari 1994 rekeninghouder is geweest bij KB-Lux. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, X, doet aangifte IB/PVV 2009 zonder melding te maken van een bankrekening bij KB-Lux. De Belastingdienst stelt hem vragen over deze bankrekening en legt, omdat hij van mening is dat X de vragen niet adequaat heeft beantwoord, de thans in geschil zijnde informatiebeschikking op. Rechtbank Gelderland verklaart het beroep van X tegen deze informatiebeschikking ongegrond.

Hof Arnhem-Leeuwarden (MK II, 16 december 2014, 13/01254, V-N Vandaag 2015/61) oordeelt dat terecht een informatiebeschikking is opgelegd aan X. De inspecteur heeft aannemelijk gemaakt dat X op 1 januari 1994 rekeninghouder is geweest bij KB-Lux. Nu een ‘aanzienlijk tegoed' in het algemeen niet uit het vermogen van een rekeninghouder pleegt te verdwijnen, heeft de inspecteur ook voor het jaar 2009 een heffingsbelang bij de vragen die hij heeft gesteld, ook al zou de bankrekening in 2005 al zijn opgeheven. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47

Algemene wet inzake rijksbelastingen 49

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 11 januari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen