De heer X is volgens de inspecteur in 1996 houder geweest van diverse bankrekeningen in Luxemburg. Het totale saldo was destijds f 1.213.278 (€ 550.561). In geschil is of in 2012 terecht een informatiebeschikking over 2008, 2009 en 2010 aan X heeft opgelegd. X heeft diverse informatieverzoeken van de inspecteur genegeerd. In zijn IB-aangiften over deze jaren had X geen inkomens- of vermogensbestanddelen opgenomen die betrekking hebben op rekeningen in Luxemburg. Rechtbank Noord-Nederland stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in hoger beroep. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur zich in redelijkheid op het standpunt kan stellen dat de gevraagde informatie voor de belastingheffing over 2008, 2009 en 2010 van belang kan zijn. Die informatie zou namelijk helderheid kunnen geven over de vraag of X in die jaren nog over dat vermogen beschikte. Anders dan X stelt, hoeft de inspecteur dus niet aannemelijk te maken dat X in 2008, 2009 en 2010 nog steeds rekeningen in Luxemburg heeft. Gelet op de betrouwbare identificatie en de omvang van het saldo in 1996, kan het verloop van het saldo thans nog steeds van belang zijn. Er is ook geen sprake van een ‘fishing expedition' (zie HR 24 april 2015, nr. 14/02422, V-N 2015/27.6). Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 19 augustus