Rechtbank Den Haag oordeelt dat het bedrijf structureel gebruik heeft gemaakt van anonieme arbeidskrachten, zodat de naheffingsaanslagen terecht zijn opgelegd. Gelet op de discrepantie tussen de gefactureerde uren en de maximale arbeidscapaciteit van het bedrijf is sprake van voorwaardelijke opzet.

X exploiteert vanaf 2013 een schoonmaakbedrijf als eenmanszaak. Zij meldt zich op 2 januari 2019 aan bij de Belastingdienst als werkgever met haar oudste kind als werknemer. In 2018 en 2019 factureert X in totaal 12.926 uren voor werkzaamheden in sporthallen en in een ziekenhuis. X besteedt de meeste uren uit aan een Belgische vennootschap en zij zou die facturen contant hebben betaald. Volgens de inspecteur is die vennootschap in 2017 failliet verklaard, zodat het niet mogelijk is dat die personeel voor X heeft laten werken. Daarnaast beschikt de inspecteur over de verklaring van een illegale immigrant, die verklaart voor € 8 netto per uur voor X te hebben gewerkt. In geschil zijn de LB-naheffingsaanslagen met 50% vergrijpboeten.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat X structureel gebruik heeft gemaakt van anonieme arbeidskrachten, zodat de naheffingsaanslagen terecht zijn opgelegd. Gelet op de discrepantie tussen de gefactureerde uren en de maximale arbeidscapaciteit van het bedrijf is sprake van voorwaardelijke opzet. De boeten van in totaal € 53.942 zijn passend en geboden, met dien verstande dat die ambtshalve wegens het overschrijden van de redelijke termijn met 5% worden gematigd. De beroepen van X zijn ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f

Algemene wet inzake rijksbelastingen 20

Instantie: Rechtbank Den Haag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Loonbelasting

Editie: 26 augustus

Informatiesoort: VN Vandaag

40

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen