Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X uit de brief van de gemeente had moeten afleiden dat de gemeente het aanvraagformulier opvatte als een aanvraag van een omgevingsvergunning en niet slechts als een quick scan.

X en zijn architect voeren in maart en april 2018 diverse besprekingen met de welstandscommissie van de gemeente over het plan om een woning te bouwen. Eind mei 2018 ontvangt de gemeente een digitaal aanvraagformulier. Hierin staat X vermeld als aanvrager en de architect als gemachtigde. Op 12 juni 2018 verzoekt de gemeente X om nadere stukken aan te leveren. In geschil is de aanslag leges van 16 september 2018, zijnde € 7096. Volgens X zou de gemeente slechts een 'quick scan' doen. De gemeente geeft na het formeel intrekken van de aanvraag in november 2018 slechts een teruggaaf van € 1632. Rechtbank Gelderland stelt de heffingsambtenaar in het gelijk. X gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X uit de brief van 12 juni 2018 had moeten afleiden dat de gemeente het aanvraagformulier opvatte als een aanvraag van een omgevingsvergunning en niet slechts als een quick scan. X stelt dat hij begin juli 2018 pas hoorde dat de gemeente uitging van een aanvraag en niet van een quick scan. X maakt niet aannemelijk dat hij de gemeente heeft laten weten dat dit niet correct was. Het hof acht het tegendeel aannemelijk. In reactie op de brief van 12 juni 2018 heeft X namelijk de door de gemeente gevraagde informatie verstrekt. X heeft daarbij zelf een actieve rol gespeeld door persoonlijk bij de gemeente langs te gaan. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 229

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 24 juli

37

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen