Belanghebbende, de heer A, is eigenaar van een auto met geschorst kenteken. Nog tijdens de schorsing verkoopt A de auto aan een derde. Deze haalt de auto op een zondag op met een oplegger. A overhandigt op dat moment ook de papieren. Enkele dagen daarna wordt geconstateerd dat de auto bij een garage op de weg staat geparkeerd. Pas ruim een week later wordt het kenteken overgeschreven op naam van de koper. In geschil is de MRB-naheffingaanslag, alsmede de verzuimboete van 50% ad € 444. Volgens Rechtbank Noord-Holland heeft A door de auto zonder overdracht van deel III en zonder vrijwaringsbewijs aan de koper te overhandigen of door het kenteken van te voren niet te ontschorsen, een risico genomen dat voor zijn rekening komt. De boete wordt gematigd met 5% naar € 421 wegens het overschrijden van de redelijke termijn . A gaat in hoger beroep.
Hof Amsterdam oordeelt dat de auto met medeweten van A naar een garage is vervoerd waar deze gerepareerd zou worden. Door hierin te bewilligen, heeft A het risico genomen dat in strijd met de schorsingsvoorwaarden zou worden gehandeld. Mede in verband met het overschrijden van de redelijke termijn wordt de boete verlaagd naar € 250. Het beroep van A is slechts in zoverre gegrond.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 35
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 12 september