De heer X is houder van een bestelauto met dubbele cabine. In 2014 wordt bij een controle vastgesteld dat het verplichte volledige tussenschot niet meer op de juiste plaats staat. De laadruimte heeft daarom slechts een lengte van 130 cm in plaats van 150 cm. In geschil is de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting van € 1.815, alsmede de 100% verzuimboete. Volgens Rechtbank Noord-Holland laten de foto's van de controle zien dat de ramen niet zo donker zijn dat hierdoor geen goede waarneming meer mogelijk was. De deskundige controle-ambtenaar kon aan de hand van het verplaatste tussenschot vaststellen dat de auto niet meer voldeed aan de inrichtingseisen van bestelauto's. X stelt in hoger beroep dat er tijdens de controle geen meting is uitgevoerd, zodat het niet duidelijk is hoe kon worden vastgesteld dat de laadruimte precies een lengte had van 130 cm.
Hof Amsterdam oordeelt dat de controle-ambtenaar goed zicht had op de plaats van het tussenschot en de lengte van de laadruimte daardoor vanaf de buitenzijde op betrouwbare wijze kon opmeten. Het geconstateerde verschil van 20 cm tussen de wettelijk vereiste positie van het tussenschot en de bij de controle geconstateerde positie van het tussenschot is zodanig groot dat een eventuele onnauwkeurigheid niet van doorslaggevende betekenis kan zijn. Het doet er niet toe dat de RDW de auto wel als bestelauto aanmerkt. De RDW toetst namelijk alleen aan de eisen van de Wegenverkeerswet en niet aan de fiscale eisen. De boete is ook passend en geboden. X was er zich namelijk van bewust dat het tussenschot op enig moment niet meer op de juiste plaats stond. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 37
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 3
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 9 oktober