Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de hoogte van de laadruimte slechts 97,5 cm is in plaats van de vereiste 130 cm, zodat X BV niet met vrucht een beroep op het herstelbeleid kan doen. De inspecteur hoefde X BV dus niet in de gelegenheid te stellen om alsnog een bodemconstructie voor een vrachtcontainer aan te brengen.
X BV is sinds 20 maart 2019 houder van een Ford Ranger pickup, die is voorzien van een dubbele cabine en een open laadbak. De auto is in februari 2019 door de RDW goedgekeurd als bestelauto met afneembare bovenbouw. Kort daarna vindt een ombouw plaats, waardoor de auto niet meer kwalificeert als bestelauto. Bij een controle in oktober 2019 blijkt onder meer dat er in de laadbak geen bodemconstructie zit voor een afneembare vrachtcontainer. In geschil is de MRB-naheffingsaanslag over 20 december 2018 tot en met 19 december 2019, alsmede de 100% verzuimboete van € 2196. Rechtbank Gelderland verlaagt de aanslag tot € 1650 omdat de naheffingsperiode te lang is en vermindert de boete tot € 1402. De inspecteur wordt veroordeeld tot het vergoeden van proceskosten, griffierecht en immateriële schade van respectievelijk € 2266, € 360 en € 900, en de Staat wordt veroordeeld tot het vergoeden van immateriële schade van € 600. X BV stelt in hoger beroep dat de inspecteur haar in de gelegenheid had moeten stellen om het gebrek te herstellen.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de hoogte van de laadruimte slechts 97,5 cm is in plaats van de vereiste 130 cm, zodat X BV niet met vrucht een beroep op het herstelbeleid kan doen. De inspecteur hoefde X BV dus niet in de gelegenheid te stellen om alsnog een bodemconstructie voor een container aan te brengen. Conform het uiteindelijke standpunt van de inspecteur wordt de boete verlaagd tot € 701, zijnde 50% zoals volgend uit het vanaf 1 juli 2023 geldende boetebeleid. De boete is passend en geboden, omdat X BV na de ombouw een aanvullende aangifte had moeten doen. De bezwaarkostenvergoeding wordt verhoogd tot € 1814 (zie HR 12 juli 2024, ECLI:NL:HR:2024:1060, V-N 2024/33.18). Het beroep van X BV is deels gegrond.
Wetsartikelen:
Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 34
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 3
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 27 februari
Informatiesoort: VN Vandaag