Hof Den Haag bevestigt in hoger beroep de uitspraak van de rechtbank, aangezien deze het beroep van X terecht en op goede gronden ongegrond heeft verklaard.

Aan X is wegens het niet betalen van een acceptgiro motorrijtuigenbelasting voor een personenauto een naheffingsaanslag van € 198 opgelegd, alsmede een verzuimboete van € 49. Rechtbank Den Haag verwerpt de stelling van X dat de belasting pas na afloop van het heffingstijdvak is verschuldigd. In de wet staat namelijk uitdrukkelijk dat de belasting bij aanvang van het tijdvak moet worden betaald. De MRB-heffing is ook niet strijd met art. 1 van het Eerste Protocol bij bet EVRM, ondanks dat deze volgens X cumuleert met andere belastingen die terzake van het bezit en/of gebruik van een auto worden geheven. De keuze van de wetgever om nog andere belastingen te heffen die (indirect) aanknopen bij het bezit of het gebruik van motorvoertuigen, gaat de aan de wetgever toekomende ruime beoordelingsmarge namelijk niet te buiten. Aangezien X meer dan twee verzuimen binnen een periode van één jaar heeft begaan, is de boete ook terecht. X gaat in hoger beroep. Hof Den Haag bevestigt de uitspraak van de rechtbank, aangezien deze het beroep van X terecht en op goede gronden ongegrond heeft verklaard. In beroep en hoger beroep heeft X voorts niets aangevoerd op grond waarvan over de naheffing en de boete anders moet worden geoordeeld. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 23 augustus

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen