Rechtbank Den Haag oordeelt dat voor de motorrijtuigenbelasting geen duurzaam gebruik in Nederland is vereist en dat ook niet van belang is wie de eigenaar van de auto is.
De heer X woont vanaf eind 2015 officieel in Nederland. Op 31 januari 2019 wordt geconstateerd dat X in een Audi A4 met Bulgaars kenteken gebruik maakt van de openbare weg. In geschil is de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting over 5 januari 2018 tot en met 30 januari 2019 , alsmede de 100% verzuimboete van € 1806. Volgens X is de auto op 28 december 2018 verkocht aan zijn schoonmoeder, die destijds op bezoek was en dat hij daarom in de auto reed.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat voor de motorrijtuigenbelasting geen duurzaam gebruik in Nederland is vereist en dat ook niet van belang is wie de eigenaar is. X maakt niet aannemelijk dat de auto hem vanaf een latere datum dan 5 januari 2018 ter beschikking heeft gestaan. De boete is ook passend en geboden. Er is slechts in algemene bewoordingen gesteld dat deze wegens de financiële omstandigheden moet worden gematigd. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 37
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 34
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 7
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Internationaal belastingrecht, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 25 juni