Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in navolging van Rechtbank Gelderland dat de Belastingdienst X bv terecht een naheffingsaanslag grondwaterbelasting heeft opgelegd.

Belanghebbende, X bv, houdt zich bezig met de exploitatie van een conferentieoord en het uitbaten van hotels en restaurants. X bv is houder van een inrichting voor koude- en warmteopslag (hierna: WKO-inrichting) die zij gebruikt voor een van haar hotels. Het systeem onttrekt grondwater ten behoeve van een bodemenergiesysteem. Dat grondwater wordt vervolgens in een gesloten systeem volledig teruggevoerd in hetzelfde watervoerende pakket als waaraan het is onttrokken. In geschil is of de Belastingdienst X bv terecht een naheffingaanslag grondwaterbelasting heeft opgelegd over de jaren 2010 en 2011.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in navolging van Rechtbank Gelderland dat de Belastingdienst X bv terecht een naheffingsaanslag grondwaterbelasting heeft opgelegd. Nu niet in geschil is dat X bv de geldende maxima heeft overschreden, heeft de Belastingdienst terecht nageheven. Hieraan doet niet af dat de provincie niet handhavend heeft opgetreden tegen de overschrijding en het feit dat de vergunning later is verruimd. Het hof acht niet aannemelijk dat de vergunning met terugwerkende kracht is verruimd, maar zelfs als dat wel het geval zou zijn kan dit niet afdoen aan het feit dat X bv meer grondwater heeft onttrokken dan de op dat moment vergunde maxima. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet belastingen op milieugrondslag 6

Wet belastingen op milieugrondslag 5

Wet belastingen op milieugrondslag 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Milieuheffingen

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 5 maart

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen