Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur terecht een naheffingsaanslag omzetbelasting met boete aan X heeft opgelegd. X heeft zijn stelling niet aannemelijk gemaakt dat de naheffingsaanslag verminderd moet worden met een lagere omzet en terugbetaalde vervoerskosten door het faillissement van twee van zijn klanten.

Belanghebbende, X, houdt zich in de vorm van een eenmanszaak bezig met de handelsbemiddeling in textiel, kleding, schoeisel en lederwaren en de freelance vertegenwoordiging in bedrijfskleding, werkkleding en lasbenodigdheden. Uit een boekenonderzoek bij X en een derdenonderzoek bij een afnemer van X blijkt dat X facturen heeft uitgereikt met vermelding van omzetbelasting en dat X deze omzetbelasting niet heeft afgedragen. In geschil is of de inspecteur terecht een naheffingsaanslag omzetbelasting met boete aan X heeft opgelegd.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur terecht een naheffingsaanslag omzetbelasting met boete aan X heeft opgelegd. X heeft zijn stelling niet aannemelijk gemaakt dat de naheffingsaanslag verminderd moet worden met een lagere omzet en terugbetaalde vervoerskosten door het faillissement van twee van zijn klanten. Na het boekenonderzoek heeft X van de inspecteur tot 1 januari 2011 de gelegenheid gekregen te reageren op het rapport van het boekenonderzoek. Dat de inspecteur voor het einde van deze termijn, met dagtekening 28 december 2010, de aanslag heeft opgelegd is volgens het hof niet in strijd met het recht op verdediging of het zorgvuldigheidsbeginsel.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 3

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 19 september

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen