Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X BV als huurder van de loods en het bij de loods behorende terrein en als werkgever van haar bestuurder, de heer A, ten minste betrokken is geweest bij het voorhanden hebben van de sigaretten.

X BV exploiteert een bedrijf waarvan de activiteiten bestaan uit de op- en overslag en transport van goederen. Tijdens het doorzoeken van een oplegger bij een door haar gehuurde loods is door de douane een grote partij onveraccijnsde sigaretten aangetroffen. In geschil is de naheffingsaanslag accijns van € 2.696.630. Rechtbank Gelderland handhaaft de aanslag. X BV stelt vergeefs dat zij niet wist dat het om onveraccijnsde sigaretten ging. X BV stelt in hoger beroep dat zij op basis van vertrouwen goederen voor klanten opslaat en niet controleert of nagaat om wat voor goederen het gaat.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X BV als huurder van de loods en het bij de loods behorende terrein en als werkgever van haar bestuurder, de heer A, ten minste betrokken is geweest bij het voorhanden hebben van de sigaretten. De sigaretten zijn namelijk door A zelf overgepakt in dozen en in de oplegger buitengezet, omdat de loods kennelijk op dat moment helemaal vol was. A heeft aldus de beschikkingsmacht over de sigaretten gehad, nadat hem bekend was geworden dat het om sigaretten ging die bestemd waren voor de Nederlandse markt. Het beroep van X BV is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de accijns 2

Wet op de accijns 51

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Algemene wet bestuursrecht 6:9

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Rubriek: Accijns en verbruiksbelastingen

Editie: 11 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

20

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen