Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur terecht een naheffingsaanslag oplegt bij voldoening van omzetbelasting in het verkeerde tijdvak. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

X levert in 2009 een aantal bouwterreinen en nieuwbouwwoningen en geeft de hierover verschuldigde omzetbelasting aan in het tweede kwartaal van 2010. De inspecteur legt een naheffingsaanslag op over 2009. X stelt dat de inspecteur de naheffingsaanslag ten onrechte oplegt, omdat de verschuldigde omzetbelasting reeds is voldaan en gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2021/21.1.7) stelt dat de inspecteur de naheffingsaanslag terecht oplegt, doordat X de verschuldigde omzetbelasting niet in 2009 op aangifte heeft voldaan. Dat deze omzetbelasting in 2010 is betaald, doet hieraan niet af. Ook het beroep op dubbele belastingheffing slaagt niet, nu voor X de mogelijkheid bestaat om de ten onrechte in 2010 afgedragen omzetbelasting terug te vragen door middel van een suppletieaangifte. Ook is niet aannemelijk dat X niet de presterende belastingplichtige is. De leveringsakte prevaleert boven de door onderneming E uitgereikte factuur. Het hoger beroep is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 19

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 19 april

14

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen